Sportletsel
Zoals elke activiteit houdt sportbeoefening ook risicos in
op sportongevallen en sportletsels. Deze negatieve zijde van sporten
weegt niet op tegen alle positieve invloeden ervan, door regelmatig
te sporten vermijd je zelfs sportletsels.
Wat zijn de oorzaken
van sportletsels?
Een combinatie van factoren, die zowel met de individuele sporter
als met de omgeving te maken hebben, liggen aan de basis van het
ontstaan van sportletsels.
Enkele voorbeelden van persoonsgebonden
factoren zijn: leeftijd, lichaamsbouw, trainingstoestand, vroeger
opgelopen letsel, leefwijze
Omgevingsfactoren kunnen ook een invloed hebben bijvoorbeeld spelregels,
sportschoeisel, spelmateriaal, beschermingsmateriaal
Kortom als je vergeet op te warmen of af
te koelen, je beschermingsmateriaal niet draagt, je sportmateriaal
verkeerd gebruikt dan ben je kandidaat voor een sportletsel.
Gebod 1: Kies
de sport die je ligt
Vooraleer je begint te sporten, moet je weten wat je lichaam aankan.
Sporten stelt immers bepaalde eisen aan het lichaam. Jonge sporters
zijn extra kwetsbaar omdat hun lichaam nog in volle ontwikkeling
is. Je kan je eigen fitheid of algemene fysieke conditie bepalen
aan de hand van een aantal testen.
Gebod 2: Sporten,
je arts heeft ook iets te zeggen
Het is niet gemakkelijk proberen uit te maken of je lichamelijk geschikt
bent voor sportbeoefening in het algemeen of voor een welbepaalde
sport. Maak een afspraak met je huisarts (sportarts) voor een sportmedisch
onderzoek en sportadvies. Een goed sportmedisch onderzoek bestaat
uit minimum 3 stappen:
- een algemene medische bevraging;
- enkele eenvoudige metingen (o.a. hartslag en ademhaling);
- een algemeen lichamelijk onderzoek.
In bepaalde gevallen wordt ook een inspanningsproef afgenomen.
Gebod 3: Toch
gekwetst? Volledige genezing is je beste verzekering
Al voel je niets meer, respecteer de herstel- en rustperiode die
de arts je heeft opgelegd, hoe graag je ook opnieuw wil sporten.
Een volledig herstel is de beste manier om een nieuw sportletsel
te voorkomen. Geef aandacht aan volgende punten:
- besteed aandacht aan elke kwetsuur;
- laat de diagnose over aan een arts;
- respecteer de opgelegde wachttijd;
- werk aan een aangepaste revalidatie.
Zorg dat je enkele belangrijke handelingen van eerste hulp bij sport
onder de knie hebt.
Gebod 4: De regels
maken het spel. Respecteer ze
Spelregels zijn ontworpen om het spel of de competitie vlot en veilig
te doen verlopen. Het niet-naleven van deze regels of zelfs opzettelijk
overtreden, vergroot het risico op een letsel.
Gebod 5: Blijf
kalm in het heetst van de strijd
Bij het sporten kom je in contact met mede- en tegenspelers, scheidsrechters,
trainers, supporters... Tussen die mensen moet sportiviteit en respect
de voornaamste drijfveer blijven. Maak geen opzettelijke fouten,
daag niet uit en blijf fair. Laat je niet opjutten door andere spelers,
door supporters of door familie.
Gebod 6: De scheidsrechter
is de baas op het veld
De scheidsrechter leidt het spel. Hij zorgt ervoor dat de regels
nageleefd worden. Doe je dit niet, dan stel je jezelf en je medespelers
bloot aan sportletsels. Hou je steeds aan zijn beslissingen.
Gebod 7: Een
uitrusting voor elke sport, gebruik de juiste
Het belangrijkste onderdeel van de sportuitrusting is, bij de meeste
sporten, de schoen. Een goede schoen is daarom een goede investering.
Eigenschappen:
- een goede pasvorm hebben;
- goede stabiliteit bieden;
- goede schokdemping hebben;
- van goede kwaliteit zijn.
Kleding moet aangepast zijn aan de eisen van de sport en moet gemakkelijk
draagbaar en praktisch zijn.
Gebod 8: Beschermers
zijn je schokbrekers, draag ze
Beschermingsmateriaal kan zonder twijfel letsels voorkomen. Ze dienen
niet om er harder tegen aan te gaan. Draag het ook op training, ook
als het niet verplicht wordt. Draag beschermers die goed passen,
zodat ze niet hinderen bij het sporten.
Gebod 9: Je sportmateriaal
moet veilig blijven. Onderhoud het!
Je sportmateriaal mag nog zo veilig zijn, het kan echt gevaarlijk
worden als je het niet goed onderhoudt. Controleer het materiaal
vooraleer je het gaat gebruiken. Sportmateriaal moet op tijd vervangen
worden. Versleten spullen verhogen de risico's.
Gebod 10: Maak
je spieren wakker, warm je op
Zowel met een degelijke opwarming als met een goede afkoeling vermijd
je heel wat blessures. Voor de opwarming en de afkoeling kan je stretchingoefeningen
doen. Opwarmen stimuleert de bloedsomloop en bereidt je lichaam voor
op een inspanning. Na het sporten brengt een afkoeling je lichaam
geleidelijk van inspannings- naar rustniveau.
Gebod 11: Elke
leeftijd en niveau heeft zijn aangepaste training
Raadpleeg de trainer om een evenwichtig trainingsschema op te stellen.
Hij zal rekening houden met je leeftijd, je trainingsmogelijkheden,
je lichamelijke conditie met de basiseigenschappen uithouding, kracht,
lenigheid, snelheid en coördinatie. Hoe beter de trainingsopbouw,
hoe beter de conditie. Geef ook aandacht aan de onzichtbare training:
een gezonde voeding, voldoende drinken, rust en hygiëne
Gebod 12: Een
goede techniek is de beste tactiek
Hoe beter je een bepaalde techniek onder de knie hebt, hoe veiliger
je kan sporten. Door verkeerde bewegingen kan je o.a. je spieren
overbelasten. Je vermijdt er gevaarlijke contacten mee met spelers,
het veld, het materiaal... Leer van bij het begin de juiste techniek
(bij gediplomeerde trainers). Veel oefenen is de enige manier om
je de techniek volledig eigen te maken.