Met behulp van verschillende testen kun je een idee krijgen van je algemene conditie.

Gewicht
Hoe dik ben ik?
Een simpele methode om een eerste indicatie te krijgen of je te dik bent, is het meten van de verhouding tussen je heupen en je middel. Vet slaat zich immers snel op rond je middel! Bij mannen zou die verhouding niet meer dan 1 moeten bedragen. Dus als de omtrek van je heupen 95 centimeter bedraagt, zou je middel ongeveer dezelfde omvang moeten hebben, of iets minder.Bij vrouwen ligt die verhouding op ongeveer 80%. Bij diezelfde 95 centimeter, zou de omtrek van je middel dus 76 cm moeten zijn.

Hoeveel mag je wegen?
Je lichaamsgewicht is letterlijk van vitaal belang voor je gezondheid. Als je te dik bent kun je last krijgen van je rug, heupen, enkels en andere gewrichten. Je lichaamsverhouding wordt verkeerd beïnvloed door het meetorsen van de extra kilo's, om nog maar niet te spreken van het risico op hart- en vaatziekten, dat door zwaarlijvigheid wordt vergroot. Je gewicht hangt af van een aantal factoren. Om te beginnen is er je lichaamsbouw: zware botten en een gespierd lichaam dragen bij aan je gewicht. Maar dat is gezond gewicht! Het gaat natuurlijk om het vetpercentage, dat niet te hoog mag zijn.

De Body Mass Index berekent met behulp van je lengte en je gewicht, een factor die aangeeft of je je binnen de acceptabele grenzen bevindt. Deze test geeft het in kilo's aan, met een marge van 10% erboven en eronder.

Neem 45 kilo voor de eerste 1,50 m van je lengte en tel daar vervolgens 1 kilo per centimeter bij op. 10% eronder of erboven is nog binnen acceptabele grenzen. Ben je bijvoorbeeld 1,75 m, dan kom je uit op 45 + (25 cm x 1 kilo) = 70 kilo. Je ondergrens is dan 63 kilo, je bovengrens 77.

Vetpercentage
Je vetpercentage is een erg belangrijk gegeven in de vaststelling van je algemene gezondheid. De weegschaal geeft je namelijk wel een indruk van de schommelingen in lichaamsgewicht, maar zegt niets over hoe dat gewicht is samengesteld: vet of spieren?

Je kunt een idee krijgen door de verhouding tussen de omvang van de heupen en je middel te meten (Hoe dik ben ik?). Maar dat is maar een eerste indicatie. Het beste zelfhulpmiddel om je vetpercentage te meten is een zogenaamde huidplooimeter. Daarmee kun je voor verschillende lichaamsdelen het vetpercentage vaststellen. Natuurlijk kun je voor de vaststelling van je vetpercentage ook bij een (sport)arts terecht.

De richtlijnen voor vetpercentages zijn:

  Slank Te dik
Mannen 10-15% 15-20% Meer dan 20%
Vrouwen 15-20% 20-30% Meer dan 30%


Hoeveel calorieën per sport?
Hoeveel calorieën verbrand je bij welke sportbeoefening? Het hangt er natuurlijk vanaf hoe hard je traint, maar indicaties zijn wel te geven. Ze gaan in kilocalorieën per kilogram lichaamsgewicht per uur. Om een idee te krijgen: tijdens je dagelijkse activiteiten (werk, huishouden e.d.) verbrand je ongeveer 1,5 kcal/kg per uur. Aan het onderstaande is ook af te lezen dat het niet zozeer de sport is, als wel de intensiteit waarmee je die beoefent, die bepaalt hoeveel je verbrand.

- Wandelen (normaal), zwemmen (rustig): 3-4 kcal/kg per uur
- Joggen, fietsen (normaal), tennis: 7-8 kcal/kg per uur
- Hardlopen, schaatsen, fietsen (25-30 km/u), skieën, powerwalking: 9-10 kcal/kg per uur
- Hard zwemmen, hardlopen (v.a. 12 km p/u), badminton, fietsen (30-35 km/u): 11-12 kcal/kg per uur.
- Voetbal, hockey, handbal, fietsen (35-40 km/u): 14-15 kcal/kg per uur

Bij de teamsporten geldt natuurlijk dat die wel intensief beoefend moeten worden.


Waarom hartfrequentie?

Je hartfrequentie (HF) is belangrijk om te bepalen of je training nut heeft, d.w.z. of je conditie opbouwt. Daar is heel veel onderzoek naar gedaan en er zijn specialistische boeken over geschreven. Als je heel specifiek wilt trainen met behulp van HF, moet je daarop studeren en heb je op z'n minst een hartslagmeter nodig. Want probeer maar eens je HF te meten (halsslagader, pols) als je aan het sporten bent! (Vlak erna meten is onbetrouwbaar, omdat je HF bij stilstand heel snel daalt, en tellen is sowieso moeilijk als je je maximaal hebt ingespannen!) Als je toch al een hartslagmeter aanschaft, het liefst dan een met een geheugenfunctie, die de verschillende resultaten op kan slaan.

Bij duursporten, waarbij het gaat om opbouw van conditie, is het van belang dat het hele zuurstoftransportsysteem actief is. Je trainingsintensiteit moet dus hoog genoeg zijn, maar tegelijkertijd wil je geen zuurstofschuld opbouwen, omdat je dan op zeker moment je training niet meer vol kunt houden. Er is een grensgebied, waarin je geen zuurstofschuld krijgt, maar waarin je conditie nog wel effectief wordt opgebouwd. Je hartfrequentie geeft de mate aan, waarin je zuurstoftransportsysteem actief is. Naarmate je meer traint en je conditie beter wordt, zal dat grensgebied opschuiven. Vandaar dat het meten van je hartfrequentie belangrijk is als je zo effectief mogelijk conditie wilt opdoen.

Een van de methoden (er zijn er meer en ingewikkelder!) om dat grensgebied te bepalen, is een percentage te nemen van je maximale hartfrequentie, dus als je je maximaal inspant. Vanaf ca. 70% van je maximale HF begint training voor je te werken. De maximale HF verschilt per persoon, en is daarnaast vooral afhankelijk van leeftijd. Je maximale HF zegt weinig over je conditie, de frequentie verandert niet snel, of je nu getraind of ongetraind bent. Je HF in rust kan daar echter wel iets over zeggen.

HF in rust
Je HF in rust geeft een indicatie van je algemene gezondheid, omdat een goed getraind iemand in rust over het algemeen een lagere pols heeft dan iemand die ongetraind is. Ook hier moeten we echter voorzichtig mee zijn. Je HF in rust zegt vooral iets over je herstelvermogen na training. Een verlaging van je HF in rust na enige weken of maanden activiteit, geeft aan dat je conditie beter wordt. Maar iemand die van nature een lage HF heeft, heeft niet per definitie een goede conditie!

Je meet je HF in rust aan je pols of je halsslagader en telt gedurende 10 seconden. Maal 6 geeft dat je HF per minuut. 's Ochtends is het beste tijdstip om je HF in rust op te nemen. Bij goedgetrainde duursporters ligt de HF op 40 tot 50 slagen per minuut. (Bij de wielrenner Miguel Indurain is in rust weleens een HF gemeten van 28, maar dat is wel heel erg laag!) Vrouwen hebben gemiddeld een HF in rust die 10 slagen hoger ligt dan bij mannen. Als je minder in conditie bent, ligt je HF in rust meestal tussen de 70 en 80 slagen per minuut.

HF-test
Als gezegd, zonder hartslagmeter je maximale HF meten is moeilijk. Voor een indicatie kun je wel direct meten na maximale inspanning, maar dat is niet helemaal betrouwbaar. Een voorbeeld van het bereiken van je maximale HF met behulp van lopen: Zorg dat je goed bent uitgerust. Doe een warming-up van minstens 5 minuten. Vervolgens loop je gedurende een kwartier in, gevolgd door een intensieve loop van 5 minuten, waarbij je net voldoende zuurstof kunt opnemen om door te kunnen gaan. De laatste 20 à 30 seconden leg je voluit sprintend af. Tijdens de sprint bereik je je maximale HF. Op de fiets kun je hetzelfde doen.

Het is aan te bevelen om je maximale HF verschillende keren te testen voor een betrouwbaarder resultaat, bijvoorbeeld gedurende 5 weken elke week een keer. En: voor verschillende sporten geldt een verschillende persoonlijke maximale HF! Pak dus de sport die je beoefent of wilt beoefenen om daarvoor je maximale HF vast te stellen.

Globale maximale HF per leeftijdscategorie:

- 20-29 jaar: 190-210
- 30-39 jaar: 180-200
- 40-49 jaar: 170-190
- 50-59 jaar: 160-180
- 60-69 jaar: 150-170

Naarmate je conditie beter wordt, zal je op een hoger percentage van je maximale HF moeten trainen om effectief conditie op te doen. Daarnaast kun je ook nog je HF laten gelden als maatstaf voor verschillende intensiteiten van training.

Trainingsintensiteit

- Zeer licht: 68-73% van je maximale HF
- Licht: 73-80%
- Intensief: 80-87%
- Met zuurstofschuld: 87-93%
- Maximaal: 93-100%

Als je wat minder conditie hebt, zal je dus al eerder intensief bezig zijn, bijvoorbeeld bij 75% van je maximale HF. Naarmate je conditie beter wordt, zul je op bijvoorbeeld op 80 of 85 % van de maximale HF moeten sporten om nog dezelfde intensiteit te bereiken en dus hetzelfde effect te halen.

Test je uithoudingsvermogen met de Coopertest
Uithoudingsvermogen vrouwen

- Tot 1400 meter: slecht
- 1400-1700 meter: matig
- 1700-2000 meter: redelijk
- 2000-2500 meter: goed
- Meer dan 2500 meter: uitstekend

Uithoudingsvermogen mannen

- Tot 1500 meter: slecht
- 1500-1900 meter: matig
- 1900-2300 meter: redelijk
- 2300-2700 meter: goed
- Meer dan 2700 meter: uitstekend

Uiteraard is de prestatie op de Coopertest ook afhankelijk van leeftijd. Vanaf 50 jaar mogen de prestaties wel wat minder worden om ook nog glansrijk de test te doorstaan!

Nu hebben veel mensen niet direct toegang tot een baan waarop exact de afstand is af te meten. Toch kun je misschien wel een traject vinden waarop een aardige schatting kan worden gemaakt, die je dan later als vergelijking weer kunt gebruiken. Een andere mogelijkheid is twee kilometer af te meten en die te lopen, waarbij dan het volgende geldt:

Mannen

- meer dan 13 minuten = slecht tot matig
- 10-13 minuten = redelijk
- 8-10 minuten = goed
- minder dan 8 minuten = uitstekend

Vrouwen

- meer dan 15 minuten = matig
- 12-14 minuten = redelijk
- 10-12 minuten = goed
- 8-10 minuten = uitstekend

Is je motivatie struikelblok?
In beweging komen, in beweging blijven. Motivatie is vaak een van de grote struikelblokken. Hier geven we een aantal suggesties om die motivatieproblemen te overwinnen, te beginnen met een aantal excuses om niet in beweging te komen.

Ik ben te moe
Hoe moe je ook bent, begin! Een simpele warming-up, een klein rondje joggen of zelfs maar een wandeling ’s avonds.
Stel jezelf geen hoge doelen, waar je als een berg tegenop kunt gaan zien. Als je een trainingsschema hebt, waarvan je het gevoel hebt dat je dat nooit lukt, spreek dan met jezelf af alleen maar de helft ervan af te werken, Je zult zien: als je eenmaal bezig bent, verdwijnt die vermoeidheid, krijg je door te bewegen meer energie, en maak je de routine misschien toch af!
Als je aangesloten bent bij een sportschool, ga er in ieder geval naar toe. Je kunt altijd nog omkeren. Maar de kans is groter dat je gemotiveerd raakt als je er eenmaal bent.

Ik heb last van
Als je echte blessures hebt, moet je naar je huisarts. Verder kan een gerichte work-out je juist helpen van die pijntjes af te komen. Ga zwemmen als je last van je rug hebt. Ga fietsen met een licht verzet als je wat in je knie voelt. Als je in beweging komt, en de pijn wordt erger, dan moet je stoppen en naar de dokter. Bij kleine irritaties zul je echter vaak merken, dat ze na lichte en regelmatige oefening over gaan! Richtlijn: weinig kracht zetten, maar een beweging vaak herhalen.

Ik heb geen doorzettingsvermogen
Maak een plan voor wat je zou willen doen en hou dat bij. Met jezelf afspreken dat je driemaal per week wilt joggen, is niet voldoende. Bepaal een afstand, zet een tijd. Probeer de tijd te verbeteren na enige weken en daarna de afstand te vergroten. Hou je resultaten bij, want dat motiveert. Stel je doelen op niet al te lange termijn. Beloon jezelf als je gestelde doelen hebt bereikt. Als je minder doet dan is afgesproken, is dat geen ramp: je bent in ieder geval bezig geweest! Breng variatie aan in je activiteiten. Doe wat je leuk lijkt op dat moment: als je met jezelf hebt afgesproken om te gaan lopen, maar heb je zin om te gaan fietsen, doe dat dan. Spreek met iemand af samen te gaan sporten. Niets is zo motiverend als een partner! Maak zo mogelijk voor elke week een vaste afspraak. Bij voorkeur train je met iemand die ongeveer hetzelfde niveau heeft. Gezamenlijke verbetering motiveert weer meer.

Ik weet niet wat ik wil doen
Je kan jezelf een aantal vragen stellen: wil je liever alleen of met andere mensen trainen? Hou je van competitie, motiveert je dat, of vind je dat ‘wedstrijdgedoe’ alleen maar irritant? Hou je van teamsporten of wil je liever alleen jezelf de schuld kunnen geven als je verliest? Ben je een ‘diesel’ of hou je meer van explosieve sporten? Ga uit van je persoonlijkheid en elimineer! Vraag aan familie, vrienden of collega’s wat ze doen. Tijdschriften en websites staan vol met ideeën en suggesties. Als je je ertoe zet, vind je zeker iets wat je leuk lijkt en motiveert.

Ik heb geen tijd
Naar een sportschool of -club gaan kost inderdaad tijd. Als je die niet hebt: kijk je ook nooit televisie? Het gemiddelde programma duurt een half uur en dat is een perfecte periode om een work-out te doen. Een film die niet al te veel concentratie vereist houdt je langer bezig. Ook hier kan een goede planning voordeel opleveren: als een workout je meer dan 45 minuten per dag kost, moet je misschien je trainingsprogramma aanpassen naar een hogere intensiteit; want meer tijd heb je echt niet nodig. Je kunt het ook anders bekijken: als je in een goede conditie bent, scheelt dat je tijd. Je slaapt bijvoorbeeld beter, waardoor je je drukke werkzaamheden met meer energie in kortere tijd af kunt. Je denkt helderder en meer resultaatgericht. Als je tijd maakt voor beweging, levert je dat meer tijd op. Je creëert tijd door een goede conditie te hebben.

Ik zie geen resultaten
Misschien nog niet, maar als je goed bezig bent voel je ze al wel! De lichamelijke resultaten komen vanzelf. Wees wel kritisch over wat je doet. Bouw je daadwerkelijk conditie op? En kracht? De allerbeste manier om doelgericht aan je lichaam te werken is onder begeleiding, bijvoorbeeld op een sportschool, waar een trainer je resultaten kan bijhouden en je kan sturen. Maar ook als je dat om wat voor reden dan ook niet wilt of kunt, kun je zaken zelf bijsturen. Laten we wel wezen: je voelt zelf ook wel of je echt iets van je lichaam hebt gevraagd, of dat er nog alle ruimte was om ‘dieper’ te gaan. Een van de manieren om aan je conditie te werken is het bijhouden van je hartfrequentie.

Ik schaam me voor m’n lichaam
Thuis kun je al vele workouts doen. Maar als je eigenlijk wel naar een sportschool wilt, bedenk dan het volgende: je maakt jezelf het meeste zorgen over hoe je er uitziet! De meeste mensen kijken vooral zelf in de spiegel en zijn echt niet geïnteresseerd in jouw figuur. Daarnaast: jou past trots en bewondering van anderen dat je je figuur echt aan gaat pakken! Wees overtuigd van jezelf! En hoeveel andere mensen zitten er nu eigenlijk superstrak in hun vel? Eis niet te veel. Een ‘strak pannetje’ is niet binnen een paar maanden gerealiseerd en soms blijft je ideaalbeeld altijd een ideaal, door je lichaamsbouw bijvoorbeeld. Maar het moment dat je aan de slag bent, zul je merken dat je gevoel van eigenwaarde met sprongen vooruitgaat.

Het heeft geen zin, ik ben te oud, ik ben te dik, ik ben te
Pardon? Hier past het cliché: een gezonde geest in een gezond lichaam. Dat soort uitspraken getuigen niet van een gezonde geest: tijd om aan het lichaam te werken! Het helpt altijd, voor ieder lichaam, op elke leeftijd.


Welke sport past mij?
Laten we wel wezen: elke vorm van bewegen is goed voor het menselijk lichaam. Het voordeel van zelfs maar een stevige avondwandeling boven een uur op de bank voor de tv is oneindig groot. Als je hart en spieren minstens eenmaal per dag gedwongen worden te werken, leef je niet alleen gezonder, je voelt je ook veel beter. Ook indirect: je slaapt bijvoorbeeld veel beter als je regelmatig beweegt, en ook daardoor voel je je overdag veel uitgeruster en kun je, zowel lichamelijk als geestelijk je leven veel beter aan. Voordat je nu in een vlaag van enthousiasme besluit om volgend jaar een marathon te gaan lopen en vanavond de eerste 5 km voorbereiding daarvoor te doen, eerst een kanttekening. Sport en bewegen zijn heel goed voor het menselijk lichaam, maar dat lichaam moet ook wennen aan verhoogde activiteit. Neem dus de tijd om je lichaam te prepareren. Bouw je activiteit op. Als je lange tijd inderdaad ’s avonds alleen maar op de bank hebt gezeten, begin dan eens met die stevige avondwandeling, in plaats van jezelf te martelen met hardlopen, waardoor je binnen de kortste keren buiten adem raakt, jezelf forceert en een stevige kans op blessures hebt.
Voor elke sport die je gaat beoefenen, is het van belang dat je je lichaam ‘op temperatuur’ brengt. Heel goed daarvoor zijn oefeningen voor lenigheid die je spieren voorbereiden op de naderende inspanning.

Het allerbelangrijkst is natuurlijk dat je leuk vindt wat je aan sport of fitness doet. Heb je geen idee?

Aerobics
Aerobics wordt over het algemeen in een fitnessstudio beoefent. Maar misschien wil je thuis ook wel aan de slag, heb je bijvoorbeeld nog een video liggen die je ooit had gekocht.
Vroeger had aerobics het imago van 'keihard werken'. Die varianten bestaan nog steeds, maar er zijn in de afgelopen jaren ook tal van rustiger methodes ontwikkelt, low-impact zoals we dat noemen, die je lichaam meer geleidelijk en daardoor verstandiger opbouwen. En dan geeft aerobics je een uitstekende workout!

Als je thuis aan de slag wilt, is documentatie voor oefeningen aan te raden, bijvoorbeeld een video of een boek. Zorg in ieder geval voor goede sportschoenen (laat je voorlichten in een gespecialiseerde winkel!) die geschikt zijn voor aerobics. Een verende ondergrond is eveneens van groot belang om blessures te voorkomen.

Fietsen
Op de hometrainer of buiten: fietsen is een van de allerbeste workouts die je kunt doen. Het grote voordeel van fietsen is dat het, mits juist gedaan, je conditie en kracht geeft met een minimale druk op de gewrichten. Fietsen wordt bijvoorbeeld ook beoefend door mensen die herstellen van een knieblessure. Door een heel licht verzet te kiezen, wordt het gewricht minimaal belast, maar krijgt het wel de broodnodige oefening.

Let op je knieën wanneer je fietst! Er zijn fietsers die hun training zwaarder proberen te maken door een langere tijd in een extra zware versnelling te fietsen. Deze tactiek zorgt voor een zwaardere training, je moet harder trappen om de pendalen rond te krijgen. Echt goed is het echter niet. Je belast je knie‘n teveel en dat kan leiden tot pijnlijke knie‘n en knie blessures. Je kan het beste je hoge versnellingen bewaren voor bergafwaarts rijden of rijden met wind mee. Om je training te intensiveren kan je interval training doen. Trek regelmatig een sprintje. Bijvoorbeeld drie minuten fietsen 1 minuut sprinten, etc.

Vuistregels bij fietsen: liever buiten dan binnen, natuurlijk, dat is altijd gezonder. En kies de juiste fiets: laat je voorlichten over soorten en maten, het is vooral van groot belang dat je niet een te kleine of juist te grote fiets koopt en dat hij goed wordt afgesteld met de juiste verzetten, die eerder te licht dan te zwaar moeten zijn. In het wielrennen is begrip 'rouleren' een bekende: je moet niet stampen op je fiets maar met een stil bovenlichaam de trappers snel rond laten draaien om snelheid te bereiken. 80 (!) omwentelingen per minuut is een goed streven, en dat moet je leren. Kracht volgt dan vanzelf, als je de fiets vaak genoeg pakt.

Bedenk van te voren wat je wilt gaan doen: met enige regelmaat een tochtje rond de plas, twee maal per jaar crossen in de Ardennen of echt wielrennen? Goede fietsen zijn duur, maar goedkoop in deze branch is vaak duurkoop.

Hardlopen/joggen
De populairste individuele workout. Het is ook een hele goed manier om conditie op te doen en gewicht te verliezen. Als je de veelgeroemde 'runners high' (door lopers wel de beste vorm van meditatie genoemd) weet te bereiken, schijnt dat elke keer weer een geweldige ervaring te zijn.

Helaas zijn blessures door hardlopen ook veelvoorkomend. Vooral onderrug, heupen, voeten, enkels, scheenbenen en natuurlijk knieën moeten het ontgelden. Vaak gaan die blessures wel over, maar er is altijd slijtage in gewrichten door veel hard te lopen. Reden: onvoldoende voorbereid aan de slag en het lopen op harde ondergrond. Het kan daarom niet voldoende worden benadrukt: zowel een goede warming-up als stretchen zijn bij hardlopen en joggen van vitaal belang.

Als je regelmatig loopt, voldoen alleen de beste schoenen die er te krijgen zijn, die je moet aanschaffen bij een gespecialiseerde winkel met een loopband waarbij je karakteristieke loop wordt opgenomen en geanalyseerd. Als je de keus hebt tussen strand/ bospad en een verharde weg, kies dan voor het eerste. Pijn voelen in een gewricht = stoppen en advies vragen aan arts of fysiotherapeut! Goede variant: powerwalking, zie bij lopen.

Krachttraining
Krachttraining kan door iedereen worden beoefend, maar het is wel belangrijk je goed voor te bereiden, in ieder geval iets erover te lezen en bij voorkeur ook begeleiding te zoeken (sport-/fitness-school), als je van plan bent het regelmatig te gaan doen.

Krachttraining levert meer op dan alleen maar kracht: het verbetert ook de 'tone' van je lichaam, je wordt er leniger van en het zijn, mits verstandig uitgevoerd, hele goede algemene fitnessoefeningen.

Krachttraining kan gedaan worden met losse gewichten en met machines. Training met zware gewichten en (dus) weinig herhaling is vooral goed voor spierkracht, met lichtere gewichten en veel herhalingen werk vooral aan de vorm van je lichaam en conditie. Je begint in een programma altijd met lichtere gewichten en 'groeit' dan eventueel door naar het zwaardere werk. Het werken met echt zware gewichten (zeker als ze 'los' zijn) gaat altijd onder begeleiding.

Lopen
De nadelen die bij hardlopen/ joggen worden vermeld, gelden veel minder voor gewoon lopen. We hebben het dan niet over een wandelingetje, hoe gezond ook, maar over een wat steviger vorm, die ook wel powerwalking wordt genoemd. Daarbij wordt de snelheid geleidelijk opgevoerd tot een zeer stevig wandeltempo, dat wel degelijk bijdraagt tot een vergroting van de conditie.

Van belang zijn het letten op de lichaamshouding, goed meebewegen van de armen en, ook hier, schoeisel dat voldoende de schokken absorbeert. Er zijn sportwetenschappelijke studies die aangeven dat powerwalking verreweg te prefereren is boven hardlopen, omdat de opbouw van conditie nagenoeg gelijk is, en het risico op blessures en slijtage van de gewrichten vele malen minder.

Roeien
Een heel goede manier om het bovenlichaam en ook buik- en beenspieren te trainen terwijl je conditie opdoet. Roeien is een van de sporten waarbij door sporters het hardst moet worden getraind om de top te bereiken en daar te blijven.

Roeien op een machine heeft als voordeel dat je bij goede machines de weerstand kunt instellen. Net als bij fietsen is in eerste instantie de beweging belangrijker dan de kracht. En juist teveel kracht zetten bij een herhaalde beweging levert al snel blessures op. Bij roeien op het water is lid worden van een vereniging en les nemen aan te bevelen.

Schaatsen, in-line skating en skeeleren
Niet voor niets zijn er zoveel schaatsers die fietsen in de zomer, en ook wel fietsers die schaatsen in de winter. Er zijn veel overeenkomsten in inspanningsvorm tussen deze twee sporten. Schaatsen vereist wel veel techniek, om het goed te leren moet je op les. De laatste jaren is in-line skating heel populair. Waar je bij schaatsen nog wel kunt volstaan met warme kleding en (goede) handschoenen ter verwarming èn bescherming, vereist in-line skaten hand-, elleboog- en kniebeschermers op z'n minst, en eigenlijk ook een helm. Een echt goede oplossing voor het remmen op inline skates is nog altijd niet gevonden, en voor de basistechniek is les dus wel aan te bevelen.

Skeeleren ofwel speedskating wordt beoefend op skates (skeelers) met vijf wieltjes. Marathonschaatsers zien het vaak als de ideale zomertraining. Het vereist wel meer kracht dan schaatsen: je moet meer 'stoempen' om vooruit te komen, zoals het in het vakjargon heet!

Over de aanschaf van goede skates wordt weleens te licht gedacht. Voorlichting bij een gespecialiseerde winkel is aan te bevelen, en zeker voor skeelers geldt, net als bij schaatsen, dat goedkoop vaak duurkoop is. Neem in ieder geval ruim de tijd om je te oriënteren.

Zwemmen
Je moet ervan houden, baantjes trekken in het nat, maar zwemmen is wel koning, keizer, admiraal onder de workouts. De ideale training voor alle spiergroepen tegelijkertijd, in een omgeving die minimale druk op de gewrichten oplevert.

Alleen al schoolslag is een fantastische manier om conditie en lenigheid op te doen, als je daarnaast ook rugslag en borstcrawl beheerst, ben je met 2 à 3 keer in de week een uurtje zwemmen een heel eind op weg voor een sportief gezond leven. Ook bij de topsporters is dat eraan af te zien: vaak wordt gezegd dat zwemmers de mooist gevormde lichamen hebben.